[toggle_content title=”Wat is lymfoma?“]Het maligne lymfoom is een vorm van kanker (neoplasie) uitgaande van de lymfocyten, een type witte bloedcel van het afweersysteem. We onderscheiden B- lymfocyten en T- lymfocyten.

[custom_frame_left shadow=”on”]
Lymfocyt kat te midden van rode bloedcellen op een uitstrijkje
[/custom_frame_left] [clear]

T- cellen zijn verantwoordelijk voor de afweer IN de cellen (= cellulaire immuniteit, bijvoorbeeld tegen virussen en bacteriën in de cellen).
B- cellen produceren antistoffen (= humorale immuniteit, bijvoorbeeld antistoffen na vaccinatie) en vormen door binding op antigenen (bijvoorbeeld virus, bacterie, lichaamsvreemde bloedgroep) een onderdeel van de specifieke afweer.

Naargelang lymfoma uitgaat van de T- of de B- cellen is de prognose slechter respectievelijk beter. Het celtype is dus bepalend voor de prognose van deze kwaadaardige kanker.

In de humane geneeskunde spreekt men onder andere van Hodgkin en non- Hodgkin maar dit vindt geen toepassing in de diergeneeskunde.[divider_top] [/toggle_content] [toggle_content title=”Voorkomen“]Lymfoma bij de kat neemt 60 tot 90 % in van de kankers van bloed en lymfe en liefst 33% van alle kankers met andere woorden 1 kanker op 3 bij de kat is lymfoma.
De meeste lymfoma’ s worden geïnduceerd door het feliene leukemie virus (FeLV). Katten die het FeLV- virus in hun bloed hebben, hebben een 60 maal hogere kans om een lymfoom te ontwikkelen.
De meerderheid van FeLV- positieve lymfomen zijn van T- cel oorsprong en treft meestal katten jonger dan 7 jaar.[divider_top] [/toggle_content] [toggle_content title=”Onderverdeling“]Naar anatomie wordt feliene  lymfoma onderverdeeld van meest naar minst frequent:

  1. Mediastinaal (= betreffende de ruimte in de borstkas tussen de beide longen, hierin ligt onder andere het hart en de thymus)
  2. Alimentair (= betreffende het spijsverteringsstelsel)
  3. Multicentrisch (= overal voorkomend bijvoorbeeld in de lymfeklieren en in de lever en in de longen en in het beenmerg)
  4. Leukemisch (= betreffende de bloedvormende organen: beenmerg, milt, thymus of pijnappelklier, lymfeklieren)
  5. Andere (ogen, nieren, zenuwstelsel)

MEDIASTINALE VORM
Kwaadaardige ontaarding van de voorste lymfeknopen in het mediastinum.
Ongeveer 80 % van de katten met deze vorm van lymfoma zijn FeLV positief.
Typisch  bij jonge katten van 2 tot 3 jaar leeftijd.

[custom_frame_right shadow=”on”]
mediastinaal lymfoma
[/custom_frame_right] [clear]

Klinische symptomen geven de aanwezigheid van een massa vooraan in de borstkas weer:[custom_list style=”list-2″]

  • kortademigheid, braakneigingen
  • blauwverkleuring van huid en slijmvliezen door onvoldoende zuurstof (cyanose)
  • de voorzijde van de borstkas, normaal gezien gemakkelijk in te drukken is moeilijker indrukbaar door de tumor
  • vochtophoping tussen de borstvliezen (pleurale effusie)[/custom_list]

ALIMENTAIRE VORM
De tumor kan op één plaats zitten of verspreid voorkomen. Een lymfoom van het spijsverteringskanaal kan in elk gebied van de ingewanden voorkomen (maag, dunne darm, dikke darm, nieren, lever, milt, lymfeknopen).
Slechts 30 % is Fe LV positief en de meeste tumoren zijn B- cel gezwellen.
Meestal bij oudere katten, de gemiddelde leeftijd is 8 jaar.

Klinische symptomen duiden meestal op een blokkering van het spijsverteringskanaal of  verteringsstoornissen:[custom_list style=”list-2″]

  • braken
  • diarree
  • gewichtsverlies
  • geen eetlust (anorexie)[/custom_list]

MULTICENTRISCHE VORM
Katten onder deze categorie hebben tumoren in de diepe en de oppervlakkige lymfeklieren, lever, milt en/of beenmerg. Beenmergaantasting is secundair of een gevolg van de primaire tumor elders. Katten met primaire beenmergaantasting hebben leukemie (leukemische vorm van lymfoma).
De meeste katten (80 %) met deze vorm hebben FeLV.

Klinische symptomen variëren naargelang de graad van orgaanaantasting en verlies van functie. Sommige katten vertonen geen symptomen uitgezonderd enkele vergrootte lymfeknopen.[custom_list style=”list-2″]

  • lymfeknopen zijn meestal duidelijk vergroot
  • vergroting van lever, milt en tonsillen
  • anorexie
  • gewichtsverlies
  • leverziekte, nierfalen
  • …[/custom_list]

VERSCHEIDENE VORMEN

    1. Ogen: primaire of secundaire aantasting, bij ong. 10 % van de katten met lymfoma, de meeste katten zijn FeLV positief
    2. Nieren: primaire of secundaire aantasting, symptomen zijn het resultaat van nierfalen, meer dan 50 % van de katten is FeLV positief [custom_frame_left shadow=”on”]
      Lymfoma nieren kat
      [/custom_frame_left] [clear]
    3. Neurologisch: zelden primair, secundaire aantasting van het zenuwstelsel wordt vaak gezien

Lymfoma’ s zijn de tweede meest voorkomende tumoren van het centraal zenuwstelsel bij de kat na het meningioma (tumor van de hersenvliezen).
De tumor is vaak epiduraal en resulteert in compressie van het ruggenmerg met als gevolg gedeeltelijke (parese) of volledige (paralyse) verlamming.
De meeste katten zijn FeLV positief.

[divider_top] [/toggle_content] [toggle_content title=”De diagnose van lymfoom“]Hoewel zwelling van de oppervlakkige lymfeknopen een prominent kenmerk is van lymfoma, zijn er ook andere aandoeningen die deze vergroting veroorzaken (bijvoorbeeld infectie en reuma). Om die andere oorzaken uit te sluiten en tot de definitieve diagnose van lymfoma te komen zijn er een reeks onderzoeken nodig:

  1. bloedonderzoek
  2. biopsie van de lymfeknopen
  3. röntgenopnamen van borst en buik
  4. echo van de buik
  5. beenmergonderzoek

De definitieve diagnose wordt gesteld op basis van celonderzoek van de lymfeknopen (biopsie) of weefselmonsters. Daarin worden enorme hoeveelheden kwaadaardige lymfocyten gevonden.
Op een bloeduitstrijkje ziet men vaak abnormale of immature lymfocyten.
Aantasting van organen kan tot veranderingen in het bloed leiden die wijzen op malfunctie van die organen.
Bloedarmoede is vrij algemeen.
Bevindingen bij röntgenopnamen en echografie zijn vergroting van milt, lever, nieren en diepere lymfeknopen, massa’ s in de longen, verdikte darmlussen.[divider_top] [/toggle_content] [toggle_content title=”Behandeling“]De beslissing om de tumor te behandelen zal niet voor elke eigenaar een optie zijn. Daarom dient de eigenaar al de mogelijkheden uitgelegd te krijgen:

  1. Chemotherapie (één enkel product of verschillende producten bv. het COP protocol: cyclophosfamide, vincristine, prednisolone)
  2. Tijdelijke palliatieve zorgen (prednisolone therapie)
  3. Euthanasie

Het is niet realistisch om een eigenaar volledige of zelfs langdurige genezing te beloven. Elk dier antwoordt anders op chemotherapie. Toch is er een redelijke kans dat je een goede levenskwaliteit gedurende verschillende maanden kan realiseren voor je huisdier.

[divider_top] [/toggle_content] [toggle_content title=”Prognose“]De duur en de graad van de respons zal afhangen van de anatomische lokalisatie (alimentaire vorm slechter), stage van de ziekte en FeLV status (FeLV positief slechter). Het is met andere woorden zeer moeilijk om de respons op therapie te voorspellen.

De meeste chemoprotocols geven een 60-70% complete remissie en een gemiddelde overlevingstijd van 5 tot 7 maanden met ongeveer 30% overleving na een jaar.

Als de kat hervalt, zijn de kansen op een tweede genezing erg klein.[divider_top] [/toggle_content]