Als de ontlasting van de hond te dun of brijig is, dan spreek je van diarree.
Normale ontlasting of diarree?
Een hond heeft normaal 1 of 2 keer per dag goedgevormde, stevige ontlasting. Als je hond dunne of brijige ontlasting heeft in plaats van goed gevormde ontlasting spreek je van diarree.
Oorzaken van acute diarree
Er zijn diverse oorzaken voor het ontstaan van diarree. We zullen de meest voorkomende oorzaken van diarree voor u op een rijtje zetten en bespreken:
- voerverandering of een niet goed verteerbaar voer
- viraal: coronavirus, parvovirus
- spoelwormen
- flagellaten zoals giardia
- voedingsallergie of voedselovergevoeligheid
De meest voorkomende oorzaak is een verandering van voer. De darmen hebben zich ingesteld op een bepaalde voersoort en als er plotselinge veranderingen hierin komen kan er diarree ontstaan.
Voer als oorzaak van diarree
Een kwalitatief goed voer is belangrijk voor de hond. Vaak is de prijs een doorslaggevend argument in de keuze van een voer. Helaas wordt er dan niet op de kwaliteit van het voer gelet. Nu is lang niet elke hond even gevoelig voor een kwalitatief minder goed voer. Of een voer al dan niet geschikt is voor je hond is makkelijk te bepalen: als je hond meer dan 2x per dag slecht gevormde ontlasting heeft en daarbij nog winderig is dan is dat voer niet geschikt voor je hond.
Een kwalitatief goed voer is duurder dan een doorsnee “supermarkt” voer. Dit prijsverschil zit hem in een aantal zaken. Ten eerste is de kwaliteit van de gebruikte eiwitten en de verteerbaarheid van het voer veel hoger dan die van een goedkoper voer. Deze betere verteerbaarheid uit zich in minder vaak poepen en ontlasting die goed gevormd is. Ook de vacht glanst meer en de typische hondenlucht wordt minder. Ten tweede kan door het gebruik van vaste leveranciers een constante hoge kwaliteit gegarandeerd worden. Bij goedkopere voeren kan de eiwitbron per charge wisselen. Dat houdt in dat de samenstelling van het voer per zak kan verschillen. Hierdoor kan diarree ontstaan als er een nieuwe zak hondenvoer aangebroken wordt.
Ook het abrupt wisselen van voedingen onderling kan overgeven en diarree tot gevolg hebben. Het is daarom verstandig om een verandering van voer altijd geleidelijk door te voeren.
Tot slot heb je niet altijd controle over wat je hond allemaal binnenkrijgt. Honden lopen tijdens het uitlaten de kans om iets op te eten wat slecht kan bevallen. Ook als gevolg van deze onbedoelde tussendoortjes kunnen diarree en overgeven ontstaan.
Therapie bij diarree door voerverandering
Door een licht verteerbaar voer (bijv. I/D van Hill’s) in kleine hoeveelheden te geven kunnen de darmen tot rust komen. Daarbij geven we een middel dat een beschermlaag over de maag en darmen legt en indien nodig remmen we het overgeven met medicijnen.
Diarree ten gevolge van een virus
Zoals hierboven beschreven is een voerverandering of iets verkeerd eten de meest voorkomende oorzaak van acute diarree. Een tweede, veel voorkomende oorzaak van diarree vormt de virale enteritis. Als gevolg van een besmetting met een virus kunnen diarree en braken optreden. Als een virus de oorzaak is van diarree blijft dit meestal niet beperkt tot 1 hond. Vaak is het zo besmettelijk dat honden elkaar aansteken en er meerdere honden tegelijkertijd diarree hebben: “het heerst”. We zien in de praktijk dat er vaak meerdere honden met diarree in dezelfde periode langskomen.
Bij een diarree van virale oorsprong is de lichaamstemperatuur vaak verhoogd, bij deze honden is de temperatuur vaak boven de 39,5!!! Normaal ligt deze tussen de 38-39 graden. Door deze hoge temperatuur zijn de honden vaak slomer en de diarree gaat ook vaak gepaard met overgeven. Het overgeefsel en de diarree kunnen in heftige gevallen bloederig zijn.
Er zijn een aantal virussen die diarree kunnen veroorzaken. De meest voorkomende is het coronavirus. Dit geeft vrij milde klachten die bestaan uit braken en diarree, meestal zonder bloedbijmenging. Het gevreesde parvovirus of de kattenziekte, waar volwassen honden maar vooral puppy’s aan dood kunnen gaan, komt gelukkig steeds minder voor. Het parvovirus wordt steeds meer uitgebannen door het goed vaccineren van de honden. Een goede hygiene is het allerbelangrijkste om een Parvobesmetting bij een fokker te voorkomen.
Therapie bij een virale diarree
Door een licht verteerbaarvoer in kleine hoeveelheden te geven kunnen maag en darmen tot rust komen. Daarbij geven we een middel dat een beschermlaag over de maag en darmen legt en indien nodig remmen we het overgeven met medicijnen. Indien de hond er heel slecht aan toe is door uitdroging, wordt er een intraveneus infuus aangelegd. De hond geraakt uitgedroogd door het vele vochtverlies en het niet opnemen van vocht en voedingsstoffen.
Wormen en diarree
Wormen zoals spoelwormen en lintwormen kunnen ook diarree verzoorzaken. Daarnaast kunnen deze wormen ook besmettelijk zijn voor mensen, waarbij er met name voor hele jonge kinderen en zwangere vrouwen een toegenomen risico bestaat. Daarom is het van belang om uw hond minimum 4x per jaar te ontwormen.
Pups kunnen reeds in de baarmoeder besmet raken met wormen. Ook via de moedermelk kunnen de pups besmet raken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zo’n 90-95% van de puppy’s vlak na de geboorte al besmet is met wormen. Omdat een worminfectie de ontwikkeling van een pup nadelig kan beinvloeden is het van belang puppy’s goed te ontwormen. Over het algemeen hebben volwassen honden, afgezien van diarree, zelf weinig last van een worminfectie. Zij vormen echter wel een besmettingsbron voor andere dieren en, belangrijker, voor uzelf.
Wormcyclus
Wormbesmettingen bij volwassen honden worden onderschat omdat de wormen zelf niet in de ontlasting te zien zijn maar dit betekent niet dat de hond geen wormen heeft. Regelmatig ontwormen dus ook al zie je niets abnormaal.
Diarree door Giardia
Giardia
Een oorzaak die vaak over het hoofd gezien wordt is diarree ten gevolge van Giardia. Giardia is een flagellaat en bestaat uit een meercellig organisme. 20% van de diarree bij honden wordt veroorzaakt door giardia. Vooral honden die bij een hondenfokker wonen of vandaan komen of die in een asiel of pension verblijven kunnen gemakkelijk met Giardia besmet raken. Jonge honden en honden met een verminderde weerstand, bijvoorbeeld als gevolg ziekte, lopen eerder diarree door giardia op dan gezonde volwassen honden. Denk hier aan als u een jong hondje opgehaald heeft die diarree heeft en als dit blijft aanhouden ondanks voer veranderingen en medicijnen.
Diarree als gevolg van giardia is vaak brijig en er kan slijm of bloed bij zitten. Over het algemeen zijn de besmette honden misselijk en geven ze makkelijk over. Omdat hier niet in eerste instantie aan gedacht wordt is er vaak sprake van een langdurige of chronische diarree voordat de juiste diagnose gesteld wordt.
Diagnose
Met behulp van een sneltest, die we in onze praktijk kunnen uitvoeren, kan direct en met zekerheid een besmetting met giardia worden aangetoond. Vroeger moesten we met behulp van een microscoop de Giardia aantonen. Omdat Giardia intermitterend (niet continue) uitgescheiden wordt was de kans op het vinden van de flagellaat met behulp van de microscoop minder groot.
Als u met uw hond die diarree heeft langskomt adviseren we altijd om wat van de ontlasting mee te nemen.
Voedingsovergevoeligheid
Honden kunnen allergisch zijn voor voedselbestanddelen. In het maag en darmslijmvlies komen dan teveel lymfoide bloedcellen en hierdoor wordt de darmwerking slecht. Honden gaan dan overgeven en/of hebben diarree. We zien dikwijls honden met maagdarmklachten, die ook een pijnlijke buik hebben en een borrelende buik. Deze honden zijn vaak stil en teruggetrokken. De diagnose is te stellen door een echo of door het geven van een speciaal bereid voer. Dit is gebaseerd op het geven van een eiwitbron die de hond nog niet eerder gehad heeft. Bijvoorbeeld struisvogelbiefstuk, geit, paard, konijn met rijst. Deze voeding moet gedurende 8-12 weken gegeven worden en indien de klachten weg zijn dan is de diagnose voedingsallergie vastgesteld. Als alternatief voor het zelf bereide voer kan er voer gegeven worden met gehydrolyseerde eiwitten. Hierbij zijn de voedselbestanddelen dusdanig klein gemaakt dat ze op de mastcellen maar 1 in plaats van 2 receptoren raken en hierdoor voorkomen dat er histamine uit de mastcellen vrij komt. Het vrijkomen van histamine geeft de allergische/ontstekingsreactie in de darmwand.